Teaser :D

“Vrouwe”, zegt hij met twee vingers tegen zijn lippen, waarna hij ze naar zijn hart brengt. Meara beantwoordt zijn groet door twee vingers op haar lippen te leggen om ze dan te verplaatsen naar haar hoofd. Als Kay een man van adel was geweest, had ook zij haar vingers naar haar hart gebracht. Een bediende is echter geen koninklijk hart waard. Hoe traditioneel deze groet ook is, hij herinnert Kay er iedere keer opnieuw aan dat hij slechts een bediende was. Na de groet kan Kay eindelijk zijn boodschap brengen.

“Vrouwe. Het spijt me dat ik u zo opjutte, maar ik heb geen andere keuze.” 

Meara kijkt hem verveeld aan. 

“Ik heb nieuws uit het dwergenrijk.”

Meara’s interesse is gewekt, maar ze laat het niet zien.

“De dwergen weten dat wij ontdekt hebben dat het virus van hen afkomstig is.”

Meara zucht. 
“Dat is geen nieuws Kay, je kunt gaan.” 

Tegen het bevel in blijft Kay staan. 

“Was er nog iets?”, vraagt Meara geïrriteerd.

“Ja, vrouwe. De dwergen willen hun onschuld bewijzen.”

Meara barst in lachen uit. 
“Hun schuld zullen ze bedoelen.” Ze dempt haar stem voor ze verder gaat. “Vertel het me, Kay”, zegt ze terwijl ze met haar hand over zijn borstkast streelt, “Vertel me wat de gekke dwergen van plan zijn.”

Kay voelt haar aanraking tot in de toppen van zijn tenen. In zijn hoofd dankt hij de goden omdat Meara hem belangrijk genoeg vindt om hem van haar tijd te laten genieten.

“Vrouwe, de dwergen zijn van plan een geheim wapen op te halen.”

Meara kijkt hem ongelovig aan. 
“Een geheim wapen?”

“Vrouwe, ze willen uw halfbroer terug naar deze wereld halen.”